Anglo Normandiers en de heerlijkheid Ierland

De geschiedenis van Ierland: Anglo-Normandiërs en de Heerlijkheid Ierland

Deze periode in de geschiedenis van Ierland speelde zich af tussen 1171 en 1541 na Christus. De Heerlijkheid Ierland was het deel van het land dat gedurende deze periode door de koning van Engeland werd beheerst. De Heerlijkheid Ierland, ook wel bekend als de Lordship of Ireland, viel onder de Engelse kroon. Hendrik II had Diarmait MacMurchada geholpen om zijn koninkrijk te heroveren, maar was daarna bang voor een rivaliserend Iers koninkrijk. Daarom viel hij het land in 1171 binnen. Hendrik II gaf de Lordship of Ireland aan zijn zoon Jan Zonder Land. Jan werd onverwacht de koning van Engeland, waardoor de Heerlijkheid direct onder het Engelse gezag kwam te vallen.

Normandische baronnen

Na de invasie van het Ierse land hadden Normandische baronnen over een groot deel van het land controle. Zo viel de gehele oostkust onder hun macht. De invloed van deze baronnen werd op den duur steeds kleiner. Hierbij speelden verschillende factoren een rol. Zo werden domeinen en provincies opgedeeld in kleinere delen. De provincie Leinster werd bijvoorbeeld in vijf delen verdeeld. Daarnaast probeerde de Engelse kroon meer invloed te verkrijgen door een verdeel-en-heerspolitiek toe te passen. Ook de komst van de pest in 1348 had invloed op de afname van de invloed van de baronnen. De Normandische overheersers begonnen op den duur steeds meer de gebruiken en ook de taal van de Kelten over te nemen. Zij werden soms Hiberniores Hibernis ipsis genoemd, oftewel, Ierser dan de Ieren zelf.

Rozenoorlogen

Het gezag van de Engelsen in Ierland begon uiteen te vallen tijdens de Engelse burgeroorlog die plaatsvond in de vijftiende eeuw. Deze burgeroorlog, die zich afspeelde tussen 1455 en 1485, wordt ook wel de Rozenoorlogen genoemd. Tijdens deze periode konden Ierse edelen een groot deel van de macht heroveren op de Normandiërs.

Einde van de Heerlijkheid

De Heerlijkheid bestond uiteindelijk tot 1541. Toen werd het land het Koninkrijk Ierland. In 1534 had koning Hendrik VIII zich afgescheiden van de Rooms-Katholieke kerk. Hij nam de titel ‘koning van Ierland’ aan waardoor de kerk de titel heer van Ierland niet kon terugtrekken. Deze titel was aan de Engelse koning door de paus toegekend. In de daaropvolgende eeuw probeerden koningen van Engeland hun gezag over het land te herstellen. Ze gebruikten hiervoor geweld en kolonisatie door Engelse immigranten. Op deze manier probeerden ze het eiland te verengelsen en van het land een vredig bezit van Engeland te maken

Kolonisatie

De kolonisatie door Engelse immigranten staat ook bekend als de Engelse volksplantingen in Ierland. De eerste volksplantingen werden in gang gezet door de Tudors. Door kolonies in Ierland te stichten probeerden de Engelse heersers om hun macht in het land te versterken. De volksplantingen vonden plaats in de zestiende en zeventiende eeuw. Er werden in deze periode duizenden kolonisten aangevoerd vanuit Engeland en Schotland. Deze kolonisten hadden veelal een protestantse achtergrond. De kolonisten vestigden zich op grond die van Ierse edelen was afgenomen. De grootste en meest succesvolle volksplanting was de Ulster Volksplanting. De gevolgen hiervan zijn nu nog steeds aanwezig in Ierland.

De geschiedenis van Ierland: Koninkrijk Ierland

De Heerlijkheid Ierland was een periode uit de geschiedenis van Ierland die voortduurde tot 1541, waarna het land het Koninkrijk Ierland werd. Het Koninkrijk Ierland bestond tussen 1541 en 1801 en begon na de oorlogen die Ierland voerde met Engeland en Normandië. In deze tijd begon de Engelse heerschappij over Ierland. Deze heerschappij ontstond onder Henry VIII, de toenmalige koning van Engeland. Hij behoorde tot de bekende Tudor-dynastie. Onder Henry VIII werden in het bestuur van Ierland de Engelse wetten geïnstitutionaliseerd.

Bestuur

Het Koninkrijk Ierland werd geregeerd door de koningen van Engeland en Groot-Brittannië. Het Ierse parlement was gezeteld in Dublin. Het parlement bestond uit het Lagerhuis, ofwel het House of Commons, en het Hogerhuis, het House of Lords. Het parlementsgebouw van Ierland uit 1729 was het eerste gebouw dat speciaal was gebouwd om een parlement te huisvesten. De werkelijke macht lag bij de gouverneur, die ook wel Lord Deputy, Lord Lieutenant of viceroy werd genoemd. Viceroy betekent onderkoning en hij bestuurde het land dan ook uit naam van de koning van Engeland. De arme Ierse bevolking werd bestuurd door een kleine elite van Iers-Engelse protestanten. Dit leidde tot bloederige conflicten en opstanden.

Kloof

In de zestiende en zeventiende eeuw stond de verovering van Ierland centraal. Dit was een zeer bloederige tijd en een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Ierland. Er zijn historici die zeggen dat misschien wel de helft van de bevolking van Ierland is omgekomen door de gevolgen van deze oorlogen, op directe of indirecte wijze. Gedurende de zeventiende eeuw groeide het bewind van de Engelsen in Ierland. Er werden telkens nieuwe regels en wetten ingevoerd, waarbij de Katholieken rechten werden ontnomen. Hierdoor werd de kloof die was ontstaan tussen de Engels gezinde protestanten en de Katholieke Ieren steeds groter.

Opstand

Uiteindelijk brak er in 1641 een opstand uit. Er werden hierbij veel Engelse protestanten vermoord, die als kolonisten in Ierland waren komen wonen tijdens de volksplantingen. Met deze volksplantingen hadden de Engelsen geprobeerd hun macht in Ierland te verstevigen. De Ieren moesten zwaar boeten voor hun opstand. Tijdens de Slag bij Drogheda in 1649 herstelde Olivier Cromwell hardhandig het gezag. Daarbij kwamen grote gebieden opnieuw in de handen van de Engelsen. In deze tijd kwam Karel II in Engeland terug op de troon. Karel II stond er voor open om de Katholieken meer ruimte te geven. Zij moesten dan echter wel erkennen dat een koning niet door de paus afgezet kon worden. De Katholieken stemden hiermee niet in, waardoor Karel II zich genoodzaakt zag om tegen de leiding van de Katholieke Kerk op te treden. Olivier Plunkett, de aartsbisschop van Armagh, werd opgepakt en ter dood veroordeeld in 1681. Met de opvolger van Karel II hadden de Ieren meer geluk. Deze Jacobus II was zelf een Katholiek en was pro-Ierland. Katholieke Ieren werden op hoge posten aangesteld. Dit viel niet goed in het protestantse Ulster.

Willem III van Oranje-Nassau

Willem III van Oranje-Nassau viel in 1688 Engeland binnen uit naam van zijn echtgenote Maria Stuart. De troepen waarmee hij het land binnenviel waren grotendeels Nederlands. Jacobus II was de schoonvader van Willem, maar werd door Willem verdreven uit Engeland. Het protestantse Ulster, dat al niet blij was met de komst van Jacobus II, steunde Willem. Jacobus kreeg op zijn beurt steun van het Ierse parlement. Hij verzamelde een Iers-Frans leger om mee ten strijde te trekken tegen Willem.

Slag aan de Boyne

Willem boekte in 1690 een overwinning bij de Slag aan de Boyne. Deze slag vond net als een van de eerdere bekende slagen plaats bij Drogheda, dat gelegen is aan de Boyne. De slag duurde twee weken. In 1691 werd de stad Limerick ingenomen. De Nederlandse bevelhebber van Willems troepen verleende de Ieren schappelijke termen bij het Verdrag van Limerick, dat eveneens in 1691 werd opgesteld. Helaas werden deze termen later weer helemaal teruggedraaid, met name door inmenging van de protesten die wraak wilden nemen voor de Ierse opstand in 1641 waarbij veel Engelse protestanten om het leven waren gekomen.

Slag aan de Boyne

De kloof tussen de Katholieken en protestanten bleef in de achttiende eeuw ook bestaan. Het Ierse parlement had tot 1782 weinig in te brengen. Rooms-Katholieken mochten geen lid worden van het parlement. De macht in Ierland lag vrijwel geheel in handen van de gouverneur en de Chief Secretary for Ireland, de tweede man van de gouverneur. Zowel de gouverneur als zijn tweede man waren altijd van Britse of Engelse adel.

De Ierse opstand van 1798

In 1798 kwamen de Ieren opnieuw in opstand tegen de Britse overheersing van het Koninkrijk Ierland. De belangrijkste organisator van de Ierse opstand was de Society of United Irishmen. Dit was een republikeinse, revolutionaire beweging die zich had laten beïnvloeden door de Franse Revolutie en door de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Lord Edward FitzGerald leidde de opstand vanaf de kant van de Ieren. Zij bestreden de Britse troepen die werden aangevoerd door Charles Cornwallis. De opstand werd neergeslagen door de Britten. Het leidde uiteindelijk wel tot de Act of Union.

Act of Union

De Britse regering besloot na de Ierse opstand in 1798 om Ierland te voegen bij het Verenigd Koninkrijk. Het was de bedoeling om het Ierse volk eerlijker te vertegenwoordigen in de regering en om nog meer onrusten te voorkomen. In 1800 stemden het Ierse en het Britse parlement beide in met een Act of Union. In 1801 werd deze Act of Union in werking gesteld. Het Koninkrijk Ierland ging toen samen met het Koninkrijk Groot-Brittannië. Op deze manier werd het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland gevormd. Zo ontstond weer een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van Ierland.

Het vervolg

In de negentiende eeuw kende de Ierse maatschappij nauwelijks een middenklasse. Er was een kleine bovenlaag van protestanten en een grote onderlaag van Katholieken. De onderklasse leefde onder slechte omstandigheden. Het was zelfs zo erg dat het in Dublin niet ongewoon was om een huis te delen met wel dertig tot veertig mensen. De omstandigheden waren op het platteland nog slechter dan in de stad.